Ik
De Flevopolder,1985, academietijd. De wind toont haar kracht en het plastic in mijn handen voegt zich gewillig. Ik ervaar de overweldigende schoonheid van het weerloze zwart tegen de beklemmend grijze lucht. Ik kan het niet omschrijven, maar ik pas er in, speel er mee en weet dat ik deze emotie en sfeer wil vastleggen.
Sindsdien heb ik in mijn werk niet anders gedaan dan wat mij beroert in beelden te vangen, waarbij het maakproces met al zijn overwegingen en keuzes voor mij van meer belang is dan het uiteindelijke resultaat.
Om een completer en beter werk te maken reageer ik op reeds gemaakte werken. Er zijn alleen maar werken over andere werken. Het is nooit af en dat is het fijnste gevoel dat er is. Met mij verandert in de loop der jaren mijn werk, het wordt vrijer en maatschappelijker.
Mijn werken dragen slechts een enkele maal een titel en u zult tevergeefs zoeken naar verklarende exegese. Wat telt is het beeld en niet wat er tijdens het maken allemaal in mijn hoofd omgaat. Het gaat om uw gevoelens en gedachten bij een beeld en u hoeft er niets van te vinden. In essentie is kunst betrekkelijk eenvoudig.
Ik werk met oude doorleefde materialen en voorwerpen en creëer daarmee een nieuwe eigen werkelijkheid. Het materiaal, dat ik overal zoek, vind en tegenkom kies ik puur gevoelsmatig, vaak naar aanleiding van een boek, een gebeurtenis of omwille van het materiaal zelf. In mijn beeldtaal komen oude houtjes, touwtjes, vitrages, wielen en ijzeren roosters regelmatig terug, ieder met zijn eigen betekenis en functie.
Er is geen vooropgezet plan. Ik zoek materiaal op mijn gevoel, orden het en beschouw. Op basis van deze waarnemingen wordt mijn nieuwsgierigheid gewekt en de fantasie geprikkeld. Wat is het, wat is er mee gedaan en wat kan ik er mee doen? Ik blijf mezelf bevragen en materiaal weghalen en toevoegen tot er rust en balans ontstaat en het werk mag zijn zoals het is. Tijdens het proces wisselen bouwen en tekenen elkaar af.
Met schetsen probeer ik mijn ruimtelijk werk te analyseren en te doorgronden. Het is een ongedwongen handeling waarbij de directheid van het tekenen, de lijnen en de verhoudingen ten opzichte van het vlak op het papier de belangrijkste zijn.
Soms ontstaan op zichzelf staande tekeningen, die al vaak geleid hebben tot heel ander ruimtelijk werk dan dat ik op dat moment aan het maken was. Omgekeerd kunnen oude schetsen mij na verloop van tijd meer helderheid en inzicht geven in het werk waar ik op dat moment mee bezig ben. Deze wederzijdse ondersteuning en beïnvloeding zijn voor mij een belangrijke verbinding en brengen continuïteit in mijn teken- en ruimtelijk werk.
In mijn atelier maak ik mijn beelden en geef ik workshops en les aan scholieren. Het is mijn werkplaats en mijn schuilplaats. Meer heb ik niet nodig. Hier, in mijn wereld van vorm, maat, sfeer en voorwerpen die tegen mij praten kan ik het hoofd helder houden. Hier kan ik onbekommerd mijn gedachten, fantasieën en gevoelens de vrije loop laten. Hier kan ik reizen in mijn beelden en tekeningen en genieten van verstilde momenten. Rustig wachten, wie en waar kan dat nog?